Direct naar de content Direct naar de hoofdnavigatie Direct naar de footer
Lid worden

Help je wandelgroep uit het zwarte gat na een grote tocht

Na de euforie van een evenement zoals de Vierdaagse of Kennedymars, valt bij veel wandelaars plots de motivatie weg. Als trainer merk je dat direct. Deelnemers die wekenlang doelgericht trainden, missen ineens houvast. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal kan het wandelplezier stilvallen. Hoe zorg jij ervoor dat ze blijven komen en plezier in de training behouden?

In Beweging Blijven Na Een Lange Tocht

Waarom ontstaat het ‘zwarte gat’?

Na weken of zelfs maanden van voorbereiding valt er ineens iets weg. Het grote doel is behaald, de euforie ebt weg, en de vertrouwde structuur verdwijnt. Deelnemers zitten niet meer in de flow van toewerken naar een evenement. De spanning is eruit en daarmee soms ook de motivatie.

Tegelijkertijd geeft het lichaam signalen: vermoeidheid, stijfheid, misschien zelfs lichte blessures. Rust is nodig, maar voelt ook gek als je gewend bent geraakt aan een regelmatig wandelschema. Terwijl de wandelgroep gewoon doorgaat, kunnen zij misschien niet helemaal meekomen.

Wat kun jij als trainer doen?

Als trainer kun je dit proces begeleiden en ervoor zorgen dat iemand goed herstelt en nieuwe motivatie vindt. Begin met het erkennen van wat er speelt: vermoeidheid, afwezigheid van een doel, minder zin. Geef ruimte voor herstel door je trainingen tijdelijk iets lichter te maken. Denk aan kortere afstanden, lagere intensiteit, of juist meer aandacht voor plezier en verbinding.

Maak je trainingen luchtig en speels. Wandel bijvoorbeeld een verrassende route, laat deelnemers onderweg een opdracht doen, of pas je trainingsvorm aan. Het doorbreken van patronen maakt ruimte voor nieuw enthousiasme.

Blijf ondertussen het gesprek aangaan. Vraag: “Hoe voel je je nu?” of “Waar heb je behoefte aan?” Soms zit de oplossing niet in nóg een uitdaging, maar juist in vertragen, afschakelen of genieten zonder doel. Door hierover in gesprek te blijven, houd je het wandelen waardevol voor iedereen.

Direct toepassen in je training: 2 praktische oefeningen

Oefening 1: Terugblik en vooruitblik onderweg
Doel: Reflectie en nieuwe motivatie aanboren
Duur: 15-20 minuten, tijdens de wandeling

Laat deelnemers in tweetallen lopen en deze twee vragen aan elkaar stellen:
• Wat vond je het mooiste of meest verrassende moment van jouw tocht?
• Wat zou je de komende weken uit het wandelen willen halen voor jezelf?

Laat bij terugkomst iedereen één woord noemen dat hun antwoord samenvat. Verzamel de woorden en deel ze eventueel in de groepsapp. Herhaal dit moment in de volgende training. Deze oefening helpt deelnemers hun eigen motivatie te herontdekken, zonder prestatiedruk.

Oefening 2: Mini-doelencirkel
Doel: Nieuwe doelen stellen
Duur: 10 minuten, tijdens de cooling-down of afsluiting

Laat je groep in een cirkel staan en stel de vraag: Noem één klein wandeldoel voor jezelf voor de komende maand. Het mag alles zijn: een afstand, een bepaalde route, een moment van ontspanning, of iemand die je wilt uitnodigen.

Voorbeelden:
• “Ik wil elke week één keer zonder telefoon wandelen.”
• “Ik wil weer eens in het bos wandelen in plaats van altijd over asfalt.”
• “Ik wil een vriendin uitnodigen om een keer mee te wandelen.”

Laat deelnemers hun doel delen in de groepsapp. Je kunt er na een maand op terugkomen: wat is gelukt? Wat wordt het volgende doel? Kleine doelen zijn haalbaar en geven snelle succeservaringen. Dit is precies wat deelnemers nodig hebben na een topprestatie.

Tot slot

Als wandeltrainer hoef je het zwarte gat niet op te vullen, maar je kunt het wel verzachten en overbruggen. Door ruimte te geven, motivatie aan te wakkeren en plezier centraal te zetten, houd je je groep verbonden met jou en met het wandelen.